Ons Katrien is drachtig. We hebben ze zien paren begin september; door onze Wannes, een pezig lichtgrijs klein ezeltje, een zeer pezig manneke en officieel de kleinste hengst van de Benelux.
Vorig jaar liep alles fout met de komst van het veulentje. Daar hebben we geen goede herinneringen aan overgehouden, verder maar geen details. Maar het maakte ons ongerust en meer dan ooit gespannen.
Dus nu maar hopen op eind september of begin oktober. Het tijdstip kan beter, maar ook veel slechter.
Ondertussen zijn we half december en het lijkt erop dat er wat vorderingen komen. Maar ook de spanning blijft. Het lijkt allemaal zo tergend langzaam te gaan.
In ons geval zijn er niet genoeg boeken of informatie over ezels.
En in dat ene boek staat 72 uur voor "veulenen, zwelt de uier". Bij ons Katrien zijn we al 7 dagen bezig een licht gezwollen uier te betasten. We durven niet lang meer weg. Misschien is zij weer eens van die enkelen die zich anders gedragen.
Zij lijkt nog zelf zo’n baby, zo’n onschuldig jong ding.
En het wachten blijft maar duren. Ondertussen zijn we al aan de 10de dag sinds die zwelling van de uier.
Nog 3 avonden en dan is het Kerstavond. Wij zijn uitgenodigd voor een etentje. En uiteindelijk draaien we de rollen om en komen de mensen dan toch maar bij ons eten.
Stel je voor dat Katrien roet in ‘t eten komt gooien of beter gezegd een baby-ezeltje.
Wel een leuke en aparte Kerst, alhoewel iets minder voor de veearts en de gasten - maar ja- dat is nog zo’n 2 en ½ dag en 2 nachten.
Zou alles wel OK zijn ? Rare toestand althans volgens het boekje. Tenminste het boekje dat wij gelezen hebben.
Op een avond lijkt het of de uiers een ietsje meer zwellen - maar zo weinig. Of is het verbeelding. Dus nog maar wat wachten na verschillende nachten in de zetel, doezelend voor de controle camera, besluit ik naar bed te gaan - ‘t is toch weer niets.
Natuurlijk kan u het al raden. De volgende morgen 6 januari ben ik ongewoon vroeg wakker, en ga gauw naar beneden om het scherm te controleren.
Met m’n slaapogen ben ik niet zeker of ik wel degelijk vier achterpootjes naast mekaar zie. Of is het gezichtsbedrog, zoals we voordien al eens meemaakten.
Met bonzend hart en spierpoedelnaakt ren ik de tuin door. Via het raam loer ik voorzichtig en vol spanning naar binnen en ja hoor - hoe is het mogelijk ??
Verbazing, angst, spanning alles giert door je lijf.
Ik ga zachtjes binnen, me nog niet bewust van mijn bloot lijf, of de frisse ochtendkou.
Ik bewonder daar opeens het liefste, zachtste en allermooiste ezelsveulentje dat ik ooit gedroomd had. Zo’n fiks ding.
Die goeie mama Katrien heeft alles alleen voor mekaar gekregen.
Ik mocht knuffelen en strelen en mama Katrien was zichtbaar tevreden.
Pas toen realiseerde ik me de koude, en mijn man die nog nergens van wist.
Samen zijn we weer teruggegaan, en konden niet genoeg krijgen van dit wondermooie stukje natuur.
Oef - alles is ok -
Een poosje later stapte ik op iets glibberig, de nageboorte. alles OK volgens nader onderzoek door de veearts. Moeder en baby stellen het wel.
Een vinnig ding zie hij. En dan een weekje op stal. Het is tenslotte winter. Moeder krijgt extra voer.
Maar de winter is ons gunstig gezind. We behouden zacht weer voor een tijdje, en ze kunnen even buiten - pootjes strekken, wat een belevenis !
Een heel nieuwe wereld vol geluid, en geuren en indrukken. Maar daar is steeds de veilige bescherming van moe.
De twee andere ezels (mannekes) staan afgezonderd, en kijken erg nieuwsgierig naar dit verwonderlijke kleine ding.
Een jasje, want de grote winterkou moet nog beginnen. Een hondejasje met een paar kleine veranderingen. Voor mij een serieuze opdracht, aangezien m’n naaikunst niet zo groot is. Maar ze mag niets tekort komen en geen kou vatten - nog zo teer - en gevoelig.
Ook een extra lamp in de stal. Van velen kreeg ik een meewarig lachje of commentaar over dat dekentje en die lamp - volgens hen allemaal onnodig, uiteindelijk na 3 weken vind ik een veearts die bezorgd en geïnteresseerd is die me echt informatie geeft, en een hoop kennis heeft over ezels en niet steeds denkt aan paarden. Het zijn paardachtigen maar het zijn EZELS. En daar zit toch een groot verschil en een gevaar in.
Ezels zijn vaak zo nonchalant behandeld vooral vroeger.
De hoeven zijn anders, de vacht, de voeding, de gevoeligheid en vatbaarheid van ziekten van een klein ezeltje ligt veel hoger.
Gelukkig had ik deze informatie via Donkey-Sjot en het Nederlands ezelsboek.
Maar toch had ik graag meer en meer geweten.
Want Katrien heeft niet zoveel melk, en het kleintje wordt nukkig en een beetje boos. Extra veulenmelk wordt afgeraden. Ze is 3 weken en krijgt wel belangstelling om iets te proberen. Misschien ook omdat haar buikje niet vol genoeg is.
Het afraden vd veulenmelk had daar mee te maken. Omdat het absoluut een noodoplossing is en er steeds kans op verslikking is en daardoor longontsteking tot gevolg.
Dus geweekte korrels met geraspte appel of wortel een tikje melasse. Zo leert ze met haar pas uitgekomen tandje al een beetje happen. Het duurt wel lang en het vergt veel geduld. En moe moet eerst proeven vooraleer de kleine zich zelfs maar interesseert.
Ach, men kan er over bezig blijven; Ik weet wel, eigen kind, schoon kind.
Echt waar ons hummeltje is wondermooi.
Iedereen staat er met bewondering naar te kijken. Het lijkt wel net uit een Disney-film weggelopen.
Natuurlijk brengen we veel tijd door in de stal. Ze kan al pootjes geven om schoon te maken. Een halstertje lukt ook - nog niet zo vlot.
Ja, men kan er over blijven schrijven en vertellen, want alles aan dit nieuwe leven is boeiend - zo wondermooi.
Dit is onze laatste kweek, omdat we niet willen verkopen, en we tenslotte onze verantwoordelijkheid hebben over onze dieren. Dus hoe spijtig ook, Wannes wordt gecastreerd.
Indien iemand een klein dekentje nodig heeft, je kan bij mij terecht.
R. Hendrickx - Oelem tel : 03/485.80.99
Reactie op het schrijven : "Wat een belevenis" van de fam. Hendrickx
Een ezelsdracht duurt normaal ongeveer 12 maanden. Mijn merrie Suzy draagt slechts 11 maand en 2 weken, maar er zijn ook merries die een dracht hebben van 13 maand en 2 weken. De juiste datum van de geboorte voorspellen is dus zeer moeilijk. De eerste vereiste is de juiste dekdatum te weten komen, dit is enkel mogelijk als de hengst slechts een bepaalde periode of enkele dagen bij de merrie loopt. Loopt de hengst continu bij de merrie, dan is de dekdatum bijna onmogelijk vast te stellen. Lopen hengst en merrie 6 weken samen, dan moet men met een variatie van 6 weken rekening houden, want de merrie kan zowel de eerste als de laatste dag gedekt zijn. Normaal zijn de afwijkingen in de duur van dracht beperkt zowel bij mens als dier, bij de ezel zit er echter zoveel verschil op omdat de juiste dekdatum zelden gekend is.
Hoe bepaal je nu ongeveer de periode van het veulenen ? Wel je mag er vanuit gaan dat eens de uier begint te zwellen, het nog ongeveer 3 weken (en soms wat langer) zal duren. Is de uier goed opgekomen, dan moet je die elke dag controleren. Op een dag zal de uier zo gespannen zijn dat de huid zal blinken en dat hij als het ware op springen staat, ook zijn nu de tepels gezwollen. Merk je dat , dan is de geboorte nakend, normaal binnen de 72 uur. Nog moet ik eens drukken op het grote belang de navel zo snel mogelijk goed te ontsmetten bij het veulen. Het is dikwijls langs de navel dat de bacteriën het lichaam binnenkomen en dat het veulen de eerste dagen en zelfs weken kern gezond lijkt, maar dat de ziekte zich na 3 tot 6 weken begint te manifesteren en het veulen zijn speellust verlies. Gebeurt dit, contacteer dan de veearts (dikwijls is er een besmetting van de lever). Antibiotica (die speciaal moet gekozen worden om geen diaree te veroorzaken, dit verergert alleen nog de situatie) moet dan toegediend worden.
De eerste dagen moet bijvoorkeur het veulen met de merrie ‘s nachts opgesloten worden, net zoals overdag bij slecht weer. Na enkele (+/- 3 weken zal het veulen de merrie volgen in de stal).
Vergeet ook de merrie een 6 tal weken vooraf niet te ontwormen, ook het veulen mag na een 3 tal weken een eerste minieme ontworming krijgen, met een herhaling enkele weken later.