Het Geslachtsapparaat van de ezel :

 

Bron : Diergeneeskundig Memorandum : Jaargang nr 4 December 1992

Gezamelijke uitgave van : Duphar Animal Health, Janssens Pharmaceutica en Mycofarm

 

Tot nu toe zijn ons weinig problemen gekend van ziekten bij geboortes, als u het onderstaande leest, moet u niet in paniek slaan. Normaal verloopt bij onze ezeltjes alles zonder problemen, toch is hetgeen wat volgt nuttig, mochten er zich toch problemen voordoen.

En zoals steeds luidt ons advies : bij problemen moet u steeds een veearts raadplegen, enkel hij kan op een gepaste wijze helpen.

Deze uitreksels kunnen ook een bijkomende hulp zijn voor uw veearts, u kan ze hem steeds voorleggen.

 

HET VROUWELIJK DIER :

Problemen met de hengstigheid :

Het niet optreden van de oestrus kan verschillende oorzaken hebben :

- Dracht : gedurende de dracht vinden er geen ovulaties plaats.

- Anoestrus : tijdens de wintermaanden is er een periode van ovariële inactiviteit. Ook kunnen de ovariën door een slechte algemene lichamelijke conditie inactief worden.

- Lactatie : tijdens de lactatie is er geen ovariële activiteit. Eventueel zou de ezelin hiervoor hormonaal kunnen worden behandeld. Zij komt echter op natuurlijke wijze weer in oestrus na het spenen van het veulen (op een leeftijd van 6 tot 8 maanden). In de "Donkey Sanctuary" heeft men de ervaring dat deze periode van ovariële inactiviteit slechts een maand duurt.

- Stille bronst : de ezelin heeft geen afwijkende cyclus, zij toont echter geen oestrussymptomen. Dit gebeurt nogal eens bij de ezelin die sterke moederinstincten heeft.

- Presisterend corpus luteum (cl) : normaal ontstaat een corpus luteum na de ovulatie en blijft ongeveer 16 dagen aanwezig. In sommige gevallen persisteert het c.l. alsof de ezelin drachtig zou zijn. Wanneer na nauwgezet onderzoek drachtigheid kan worden uitgesloten , kunnen prostaglandines worden toegediend. Men moet de eigenaar waarschuwen voor de net als bij het paard optredende bijwerkingen : trillen en zweten gedurende een uur. De ezelin zal dan na 2 tot 7 dagen in oestrus komen.

- Pyometra : dit komt zelden voor. De ezelin kan worden behandeld, de prognose is echter slecht.

- Tumoren : komen zelden voor. Er is dan meestal sprake van een granulosaceltumor van het ovarium. Het is een benige tumor. De ezelin kan nymfomaan gedrag vertonen of zich als een hengst gedragen. In de meeste gevallen treed er geen oestrus op. Het betreffende ovarium is zacht en vergroot, terwijl het andere ovarium juist klein en inactief is. Wanneer het aangetaste ovarium wordt verwijderd, zal de ovariële activiteit na 2 to 9 maanden terugkeren.

 

Problemen met de dracht :

Als tussen 330 en 350 dagen dracht geboorte van de vrucht optreedt, spreekt men van vroeggeborte of partus praematurus. Als geboorte plaatsvindt voor 330 dagen drachtigheid spreekt men van abortus of partus immaturus. De vrucht is dan niet levensvatbaar. Mogelijke oorzaken van abortus kunen zijn :

- Infectueuze oorzaken : - Een bacteriële infectie

- Een schimmelinfectie (kan ontstaan door het eten van beschimmeld voer).

- Een virusinfectie (door het Equine Herpes Virus type 1 : de abortus treed op in het laatste derde gedeelte van de dracht).

- Niet-infectieuze oorzaken :

- Een getordeerde navelstreng (de abortus treedt dan meestal op in het middelste derde gedeelte van de dracht); de navelstreng is langer dan normaal en een aantal malen gedraaid.

- Toedienning van bepaalde stoffen.

- Hormonale disbalans

- Abnormale foetus

- Transport

Als men met een abortus te maken krijgt, kan niet zonder meer worden bepaald of het Equine Herpes Virus 1 (EHV 1) hiervan de oorzaak is. Er zullen daarom dezelfde maatregelen moeten worden getroffen als na abortus bij een paardenmerrie.

Het EHV 1 is zeer besmettelijk. Hoge doses virus worden met de foetus en de vruchtvliezen uitgescheiden. Foetus en vruchtvliezen moeten worden verwijderd en onderzocht op de aanwezigheid van het EHV 1. De omgeving moet worden gedesinfecteerd. De betreffende ezelin moet worden geïsoleerd van de andere ezels, totdat de uitslag van het onderzoek bekend is. Is de uitslag positief, dan zal de ezelin gedurende 4 weken virus kunnen verspreiden. Tijdens deze periode moet de ezelin geïsoleerd blijven.

 

Problemen met de parus :

Bij het verloop van de partus kunnen zich verschillende problemen voordoen, net als bij het paard. Dit geldt overigens ook voor eventuele complicaties post partum. Voorbeelden zijn : abnormale ligging, blaasruptuur, uterusprolaps, retentio secundinarum en endometritis.

- Verlengde draagtijd : Als men om een bepaalde reden, bijvoorbeeld een sterk verlengde draagtijd, de partus il induceren, kan dit met behulp van corticosteroïden pf prostaglandinen. Als de partus niet vordert (maar de cervix wel is ontsloten) en men al met glucose en calcium-borogluconaat heeft behandeld, is oxytocine geïndiceerd.

- Sectio caesarea : Als er een indicatie voor een keizersnede is, bijvoorbeeld bij een dode vrucht in combinatie met te weinig ruimte voor een foetotomie, kan deze op dezelfde wijze worden gedaan als bij het paard. Extra aandacht moet echter worden besteed aan het ligeren van bloedvaten, aangezien een ezel in vergelijking met het paard een grotere neiging tot bloeden vertoont. De anesthesie bestaat uit een lichte narcose in combinatie met locale anesthesie gecombieerd met epidurale anesthesie kan ook een goed resultaat geven. Men moet bij de epidurale anesthesie nauwkeurig doseren, omdat bij een overdosering de ezel door de achterbenen zakt. De nabehandeling bestaat uit het geven van oxytocint (10-40 IE,s.c./i.m.), Tomanol (20 ml trikt i.v.), tetanusserum (10.000 IE, s.c.) en antibiotica (bv ampicilline 10mg/kg. 2 X daags)

 

Retentio secuntiarum :

Het uitdrijven van de secundinae moet binnen een half tot 2 uur na de partus voltooid zijn. Als dit langer dan 12 uur duurt moet er worden ingegrepen. De behandeling is dezelfde als bij het paard. De vruchtvliezen moeten voorzichtig worden losgemaakt. Aanbevolen wordt de vruchtvliezen altijd op volledigheid te controleren door ze uit te spreiden. (GVL : Bewaar de nageboorte bvb in een emmer, dit kan dan nagekeken worden door de veearts op volledigheid).

 

HET MANNELIJK DIER :

Castratie : Castratie van een ezelhengst kan het best worden uitgevoerd rond het 1ste levensjaar. Geadviseerd wordt de ingreep uit te voeren voor het 5de jaar, omdat de ezel anders zijn hengstenmanieren behoudt. De meest gebruikte en veiligste methode is de halfbedekte

ccastratie, net als bij het paard. In vergelijking met

het paard heeft de ezel meer neiging tot oedeemvorming na ingreep. Tevens zou de ezel langer nabloeden. Het is daarom niet verstandig om een ezel alleen met een emasculator te castreren. Men kan beter tevens een ligatuur aanleggen. Evenals bij het paard is bij de ezel een goede tetanusprofylaxe van belang.

 

Cryptorchidie : Kan zowel in uni- als bilateraal voorkomen. in de beschreven gevallen waren de testes gelokaliseerd in de inguinaalstreek. Als mogelijke oorzaak wordt sterke inteelt genoemd. Bij jonge dieren tot 1 jaar kan eenzijdig cryptorchidie tijdelijk voorkomen. De testis kan vanzelf nog indalen.

 

Tumoren : In zeldzame gevallen ziet men tumoren aan de penis. Meestal is er sprake van sarcoïden.