VOEDING VAN DE EZEL :

 

Bijvoeding (brood, korrels, mengsel, maïs, ....) voor een ezel zal hem eerder schaden dan goed doen. Met hooi en stro zal hij zonder problemen de winter doorkomen. Een snoepje (wortelt, droog koekje, ...) als beloning bij een handeling vb. na het kuisen van de hoeven of bij een verwelkoming, mag natuurlijk altijd en zal de relatie tussen verzorger en ezel zeker verzekeren.

 

Over de voeding van de ezel lezen we hetvolgende in het Nederlands Ezelsboek (vertaling van "A Professional Handbook of the Donkey"samengesteld door Mevr. E. Svendsen van de Donkey Sanctuary en vertaald door de Nederlandse Ezelsvereniging.

 

Een ezel benut zijn voer efficiënter dan een pony : geef daarom ¾ van de hoeveelheid die nodig is voor een pony van dezelfde maat.

Bij te magere ezels met de hoeveelheid voer langzaam opgedreven worden.

 

Bij te vette ezels moeten langzaam vermageren : 2 kg per maand (anders is er kans op het ontstaan van hyperlipaemie en hyperproteinaemie, dat is teveel vet, respectievelijk teveel eiwit in het bloed).

Het gewicht van de ezel is alleen te bepalen op een weegbrug, de bandmaat die bestaat voor pony’s kan niet voor ezels gebruikt worden.

Wat geeft dat in de praktijk :

Een ezel tussen de 1.05m en 1.12 m (stokmaat op schofthoogte) mag 160 - 170 kg (hoogstens 180 kg) wegen, de hoeveelheid droogvoer zal +/- 3,5 kg per dag moeten bedragen, d.w.z. 2 kg hooi + bv. 3 kg stro. (hooi moet van middelmatig goede kwaliteit zijn, het stro van goede kwaliteit.) Daar stro minder voedingsbestanddelen bevat dan hooi, mag daarvan meer gegeven worden (3 kg i.p.v. 1,5 kg). in de winter, wanneer de dieren door de koude meer energie verliezen, kan de hoeveelheid stro opgevoerd worden tot 3,5 à 4 kg. In de praktijk komt dit erop neer, dat ze zoveel stro mogen eten als ze willen.

 

Opmerkingen :

Stro : gerst-, haver- of tarwestro, geef ook stro in de zomer

Rogge : geeft gemakkelijk aanleiding tot hoefbevangenheid en huidaandoeningen.

Maïs : bevat veel energie, hooguit ½ kg per dag.

Suikerbieten(pulp) : veel suiker, veel ruwvezel, goed verteerbaar en smakelijk. Goed voor herstellende, zieke dieren. Niet teveel tegelijk bijvoeren (hoefbevangenheid)

Biks, vlokken, koeken : Eventueel goed met hooi, hoogstens ¼ van het totale gewicht aan voer. Niet mengen met ander voer. Enkel mengsels nemen bestemd voor paarden, geen samenstellingen nemen voor andere dieren.

Keukenafval : Het spreekt haast vanzelf, dat dit alleen in kleine hoeveelheden gevoerd mag worden, bv. appels (altijd minstens in 2 snijden i.v.m. verslikken), schillen van aardappels, komkommer, slablaadjes, ... Dit mag sporadisch eens, maar mag zeker niet de hoofdvoeding zijn van uw ezel, anders houd u beter kippen, of varkens.

Wortels : 1 à 2 kg per dag. Bevatten veel vitaminen A. Bij vriesweer kan dit aangeraden zijn want wortels bevatten veel vocht, zodat de ezels minder moeten drinken. Teveel aan wortels kan normaal geen kwaad, het werkt alleen wat laxerend.

 

Voer geen beschimmeld hooi

Voorzie steeds elke dag vers water !

Afhankelijk van grootte en arbeid en vooral van voedsel wordt +/- 18 liter per ezel per 24 uur gedronken. Vooral in de winter bij het voederen van hooi, drinken de ezels veel. In de zomer als enkel gras wordt gegeten is het waterverbruik beduidend minder.