Tandheelkunde bij de ezel

 

Tandpijn is iets heel vervelend. Wat nog erger is, onze ezeltjes kunnen het u niet zeggen. Daarom is een regelmatige control van de tanden noodzakelijk. Alhoewel het uitzonderlijk is dat er iets mis is met de tanden, is het toch niet onmogelijk. Vooral bij oudere ezels (+ 20 jaar) kunnen er problemen ontstaan. Door te sterke slijtage van de tanden, kunnen zij moeilijkheden krijgen bij het grazen.

 

  1. Het ontstaan van de paardentandheelkunde.

    De oorsprong van de tandheelkunde bij paarden is een duistere zaak. Ergens in de laatste 5000 jaar van de mensheid ontdekte men dat de ouderdom van een paard/ezel kan afgeleid worden van de kenmerken en veranderingen van zijn tanden. Maar wanneer de fokkers en eigenaars voor het eerst de link egden tussen prestatie en gebit en wanneer men met tandverzorging begon is een andere zaak.

    Het is daarbij zeer moeilijk te achterhalen omdat er weinig of geen bewijs bestaat hieromtrent. Het eerste geschreven bewijs hierover dateert van midden 1800.

    Naar het schijnt zou het tandverzorgen voor de zigeuners van die tijd een normale zaak geweest zijn. Later zou blijken dat het ook via hen is dat de tandheelkunde begin deze eeuw zijn rechtmatige aandacht kreeg in de VS Van daaruit zijn er dan ik boeken ontstaan en is men het ook in de praktijk gaan uitoefenen.

    Toen er in de vijftiger jaren meer en meer aan competitie werd gedaan zowel op gebied van dressuur en dumping als op de renbaan, kwam het beroep maar pas goed tot leven.

    En aangezien de enthousiaste en doordachte eigenaars van vandaag graag een beroep doen op de talenten van geneeskundigen, kan de paardentandarts zijn rechtmatige plaats opeisen naast specialisten zoals hoefsmeden en dierenartsen.

  2. Mond- en tandcontrole.

    Omdat het paard/de ezel een dier is dat de gewoontes volgt, is de evolutie van zijn tanden, een goed voorbeeld van zijn onvrijwillige karaktermoeilijkheden.

    Hoewel we af en toe exceptionele tandveranderingen tegenkomen, kunnen we toch een vaste lijn trekken in het tandheelkundig onderhoudsprogramma.

    En dat begint bij : Een regelmatige onderzoek/behandeling.

    Het kauw-procede is een zeer belangrijk punt in het verteringsproces, en te weinig eigenaars nemen de tijd of hebben de kennis een inspectie hieromtrent uit te voeren.

    Een onvoldoende tandverzorging zal hoe dan ook het voedingsbudget beïnvloeden, en rekening houdende met de hedendaagse prijzen is dit een extra reden tot bezorgdheid hieromtrent.

    Een andere reden (is misschien nog belangrijker) : problemen die zich voordoen tijdens het werk : slingeren met het hoofd, trekken op één of beide teugels, het onbestuurbaar zijn, het wegduwen van het bit met de tong, etc..., zijn meestal symptomen die verband houden met tandproblemen.

    De actie van het bit bezorgd het paard/de ezel pijn in de mond, meestal is dit het gevolg van te scherp tandranden, die insnijden in de kaak en/of tong. Voor dieren die soortgelijke problemen vertonen is het raadzaam een tandarts te raadplegen, die zal dan scherpe tandranden wegvijlen, zodat eventuele wonden kunnen helen en zodoende een betere concentratie/prestatie mogelijk wordt.

     

  3. Hoe ontdekken als we eigenaar zijn van de tandproblemen van ons paard of ezel ?

    Paarden / Ezels kunnen een raar gedragspatroon ontwikkelen in verhouding met tandproblemen en eigenaars die deze eigenaardigheden in verband kunnen brengen hiermee, staan waarschijnlijk garant voor een goede conditionele tand- en mondhygiëne.

     

  4. Zichtbare symptomen :

    1) Rare bewegingen tijdens het werk, leunen, trekken, onbestuurbaarheid, slingeren met het hoofd, etc... zijn eigenlijk geen redenen om veranderingen aan te brengen aan het hoofdstel (kopstuk), maar wel een indicatie om de tanden te inspecteren.

     

    2) We moeten ook regelmatig de voedingsgewoontes nakijken, kwijlen tijdens het eten, herhaaldelijk drinken tijdens het eten, gulzigheid, voedsel laten valen tijdens het kauwen en andere rare gewoontes staan meestal in relatie met tandproblemen.

    Wanneer deze problemen zich voordoen bij jonge dieren, heeft dit meestal, losgeduwde melk-maaltanden als oorzaak.

    Natuurlijk kan het probleem ook te zoeken zijn bij te scherpe randen man de maaltanden die dan insnijden in kaak of tong, en dit bij alle leeftijdsgroepen.

    3) De uitwerpselen van het dier kunnen ons ook veel vertellen over de tandconditie, dus wanneer we veelvuldig volledig graankorrels terugvinden in de faeces wijst dit niet op een onvoldoende vertering, maar wel de onvoldoende kauwmogelijkheid van het dier.

    4) Als laatste element in uw observatie moet u uitkijken naar slechte geuren uit de mond en neus van het dier. De geuren worden meestal veroorzaakt door fermentatie van het voedsel dat vastgeraakt onder diezelfde losduwdende melk-maaltanden. De tandarts zal deze wegnemen en de mond spoelen met warme zoutoplossingen.

    Een slechte geur uit de neus is een andere zaak. Dit kan het gevolg zijn van een sinus-infectie, veroorzaakt door het opwaartse groeien van de maaltandwortels tot in de sinusholtes. Gewone tandverzorging kan hier geen heling brengen en meestal is er dan ook een chirurgische ingreep nodig. Hier wordt dan een gat geboord of gekapt door de kaakbeenmassa, zodat de maaltand in kwestie naar beneden gedrukt kan worden.

     

    Van Buynder Geert

    Equidentist

    http://www.geertvanbuynder.be

    Fax / Phone: 0032(0)9 367 43 45