Jonge veulens en hun problemen.

Het kweken met ezels verloopt normaal zonder problemen, zo zegt men. Toch moet men bepaalde dingen in acht nemen, en moet men er van bewust zijn dat een geboorte altijd een risico inhoud, zowel voor de merrie als voor het veulen.

Roep steeds de veearts als u iets abnormaals merkt, wacht nooit een dag te lang. Bij problemen kunt u weinig of niets ondernemen. Uw taak ligt vooral in het voorkomen van ziektes door waakzaam op te treden en de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen.

 

Dit jaar kreeg ik bericht van 2 overlijdens van veulens, en van 1 ziek veulen. De overlijdens hadden dezelfde oorzaak, nl. het veulen was gestikt in het vlies. Bij de ene geboorte lag het veulen nog volledig in het vlies, bij de andere was het vlies volledig van rond het veulen, behalve van rond de neus. Normaal breekt heb vlies automatisch, daar de voorpoten ver naar voor steken met daartussen het hoofdje, eens men de poten en het hoofd ziet, is het vlies meestal al gebroken. Soms kan het gebeuren dat dit nog rond de neus blijft kleven . Men moet dan ook steeds nakijken of de neus vrij en proper is.

Het probleem is vooral dat men niet zeker is van wanneer de merrie gaat veulen. Een beschrijving om dit tijdstip zo goed mogelijk te bepalen vond u in ons vorig tijdschriftje terug. Natuurlijk is het niet altijd mogelijk om erbij te blijven, zo gebeurt het veulenen dikwijls laat op de avond of tijdens de nacht. Het is toch aan te raden om wanneer men kan regelmatig eens te gaan kijken. Dit kan eventuele problemen voorkomen.

 

Het veulen is van kleins af zeer speels, deze perioden van intensief spelen worden afgewisseld met slapen. Zoals in ons vorig nummer vermeld, is het raadzaam bij minder goed weer het veulen met de merrie op te sluiten gedurende het grootste periode van de dag. Het veulenhaar is zeker NIET bestemd tegen de regen.

 

Wanneer het veulen niet meer drinkt, moet zowel het veulen als de merrie onderzocht worden. Kijk naar de uier, en test of er geen verstopping is door er wat uit te melken.

Het is zelfs steeds raadzaam de merrie wat te melken (zeker in het begin met de biest) en dit te bewaren in de diepvries. Lukt dit niet en lijkt de uier verstopt of warm, roep dan de veearts.

Indien de merrie geen melk meer geeft doordat het veulen te zwak is om te zuigen, dan kan u de merrie melken en dit aan het veulen toedienen. Na enkele dagen zal de merrie echter droog vallen. Herstelt het veulen binnen de 2 weken, dan bestaat de kans toch nog dat het veulen de melkproduktie terug op gang krijgt bij de merrie, en eens dit gebeurt is zal de merrie terug melk geven zoals vroeger.

Lig de oorzaak bij de merrie (droge uier) dan is men genoodzaakt over te schakelen op kunstmatige moedermelk. Dit kan men toedienen een gewone kinderzuigfles Deze melk is in de handel verkrijgbaar als melkpoeder voor moederloze veulens. Dit geeft men, klaargemaakt volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking, en wel om te beginnen elke drie uur 90 gram (dus dag en nacht) gedurende de eerste week. Dan wordt dosis verhoogd tot 120 gram

 

elke vier uur, bij gelijke samenstelling. Geleidelijk wordt de hoeveelheid vergroot tot 180 gram om de zes uur op een leeftijd van 7 weken, zonodig nog later tot 240 gram.

Vanaf de leeftijd van 2 weken kan begonnen worden het veulen wat bij te voederen.

De flessenmelk moet op lichaamstemperatuur zijn. Zorg tevens, dat het veulen niet afkoelt door in het koude jaargetijde een doek op te doen of de staltemperatuur op 21°C te handhaven.

Het sterftepercentage ligt het hoogst tijdens de eerste zes weken na de geboorte. Dikwijls treed er een infectie op kort na de geboorte (meestal via de navelstreng). Het veulen lijkt echter de eerste twee weken kerngezond en men merkt niets abnormaal. Na een tweetal weken begint het veulen te verzwakken en verliest het zijn speelsheid, het blijft meer en meer stil staan met het hoofd afhangend. Als men dit ziet, moet men onmiddellijk ingrijpen. Het eenvoudigste is om de temperatuur te nemen. Als de temperatuur boven de 39°C (38,8) stijgt wijst dit duidelijk op koorts en moet de veearts geroepen worden.

 

Meestal (90% van de gevallen) gaat het om een infectie die is opgedaan in de eerste uren of dagen via de navelstreng. De navelstreng is verbonden met de belangrijkste organen via

strengen. Deze strengen verdrogen en vallen weg, toch vormt dit de ideale verbindingsweg voor bacteriën. Deze bacteriën bereiken dan de organen waar zich een infectie ontwikkeld. Meestal zal het om een leverinfectie gaan, en zal de bloedspiegel van het veulen niet meer in orde zijn. Een antibioticakuur van een week kan meestal het probleem oplossen. Eerst zal het via inspuitingen gebeuren (rechtstreeks in de ader), na een paar dagen kan dan overgeschakeld worden op een antibioticapasta.

 

LET OP : Van antibiotica kan het veulen diarree krijgen, waardoor zijn situatie nog verergert, hij zal dan uitdrogen en verzwakken, het kan zelfs zover komen dat het te zwak wordt om nog de inspanning te doen om te zuigen. Speel dus niet zelf voor veearts door zelf antibiotica te kopen en zelf toe te dienen. Vraag steeds raad aan uw veearts, is hij onervaren, wijs er hem dan op een speciaal antibioticum te gebruiken, dat geen diarree veroorzaakt (gebruikt bij veulens van paarden)

 

Na een week moet men reeds duidelijke resultaten zien. Een snel ingrijpen kan een fatale afloop voorkomen. Maar beter is natuurlijk dit probleem te voorkomen, en dat is nog vrij simpel ook. Na de geboorte ontsmet u de navel met een ontsmettingsmiddel (bv. isobethadine). Deze eenvoudige en goedkope handeling kan u vele problemen besparen.

Heeft uw veearts weinig ervaring met ezels, of is het ziektebeeld onduidelijk, sta er dan op dat de veearts bloedstalen neemt om een bloedonderzoek uit te voeren. In het bloed ziet men nl. bijna alle ziekten. De prijs voor het labo-onderzoek van het bloed bedraagt wel ongeveer 950 fr., maar het levert bijna altijd een juiste indicatie op en er kan dan met de juiste medicatie ingegrepen worden.

 

Een tweede belangrijke oorzaak van ziekte bij veulens zijn de longontstekingen.

Ons klimaat is nogal vochtig en onbetrouwbaar. Wij raden u ten stelligste af uw merries te laten dekken in de herfst of in de winter. De beste periode is van eind april tot einde juni.

Zoals reeds gezegd is de vacht van een ezel niet bestand tegen de regen, en deze van een veulen nog veel minder. Als het veulen doornat wordt, kan het ernstig ziek worden, wat kan leiden tot een verkoudheid en in het slechtere geval tot een longontsteking. Daarom moeten de veulens bij slecht weer opgestald worden, en ook tijdens de nacht. Dit zeker gedurende de eerste 2 weken. Enkel de veearts kan de nodige maatregelen treffen om uw veulen te genezen. Een bloedonderzoek is hier minder nodig, daar de veearts duidelijk de problemen zal horen via zijn stethoscoop.

Een derde oorzaak van ziekte kan veroorzaakt zijn door wormen. Zorg er daarom voor dat de merrie goed ontwormd is (een tweetal maand voor het veulenen). Het veulen kan immers besmet worden via de melk. Hoewel het door sommigen wordt afgeraden, geef ik steeds een kleine hoeveelheid ontworming aan het veulen op 3 weken (dosis voor ongeveer 25 kg lichaamsgewicht). Dit wordt na 6 weken nog eens herhaald. Gebruik echter steeds een ontwormingsprodukt dat geschikt is voor veulens.  

 

VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN

REGEL 1 :VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN

en zeker goedkoper

 

HOU STEEDS EEN OOGJE IN HET ZEIL

REGEL 2 : HOU STEEDS EEN OOGJE IN HET ZEIL

 

WAARSCHUW DE VEEARTS OP TIJD,

REGEL 3 : BETER 1 DAG TE VROEG, DAN 1 TE LAAT